MENU
Ventileren in huis

Als je je huis goed isoleert, is het extra belangrijk om ook goed te ventileren. Een goed geïsoleerd huis is namelijk luchtdichter. De frisse lucht komt minder makkelijk vanzelf naar binnen via kieren en naden. Hierdoor kan vochtige en 'vieze' lucht langer in huis blijven hangen. En dat is ongezond en kan zelfs schimmel veroorzaken.

Wat voor ventilatie heb je in huis?

Er zijn verschillende soorten ventilatiesystemen in huizen:

  1. Natuurlijke ventilatie:

    • Frisse lucht komt binnen via speciale roosters in ramen of muren, of doordat je een raam openzet

    • De gebruikte lucht gaat naar buiten via andere roosters of openingen in de keuken, badkamer en/of wc

    • Soms is er wel een afzuigkap in de keuken of een kleine ventilator in de badkamer

    • Deze ventilatie zie je vooral in huizen die vóór 1975 zijn gebouwd

  2. Mechanische ventilatie:

    • Hierbij zuigen ventilatoren de gebruikte lucht af via ventielen (openingen) in de keuken, wc en badkamer. Je kunt de afvoer meestal met een schakelaar harder zetten

    • Verse lucht komt binnen via roosters of klepramen in de woon- en slaapkamers.

    • Huizen die vanaf 1975 zijn gebouwd, hebben vaak mechanische ventilatie

  3. Centrale balansventilatie:

    • Hierbij wordt zowel de aanvoer van frisse lucht als de afvoer van gebruikte lucht mechanisch geregeld

    • Je herkent dit aan ventielen (openingen) door je hele huis: toevoerventielen in de woonkamer en slaapkamers, afvoerventielen in de keuken, wc en badkamer

    • Je vindt centrale balansventilatie in huizen vanaf 1980, maar vaker in huizen sinds 2000

    • Met balansventilatie kun je kiezen voor een systeem dat warmte terugwint uit de afgezogen lucht. De verse lucht die binnenkomt, wordt dan alvast voorverwarmd. Dat scheelt energie